Effecten nieuwe AOW-leeftijd
Op 2 juli 2019 is de Wet Temporisering AOW-leeftijd in de Eerste Kamer behandeld en aangenomen; de wet treedt in werking op 1 januari 2020. In deze wet zijn onder meer ook voornemens vastgelegd ten aanzien van: eerder stoppen met werken, AOW-leeftijd voor zware beroepen, pensioenindexatie en verplichte verzekering van zelfstandig ondernemers tegen arbeidsongeschiktheid. Deze nieuwsbrief beperkt zich tot de AOW-leeftijd en de afgeleide gevolgen daarvan.
Vanaf 1 januari 2020 zal de AOW-leeftijd minder snel verhoogd worden. De volgende leeftijden zijn dan van toepassing:
- In 2020 wordt de AOW-leeftijd 66 jaar & 4 maanden
(geboren na 31-08-1953 en voor 01-09-1954) - In 2021 blijft de AOW-leeftijd 66 jaar & 4 maanden
(geboren na 31-08-1954 en voor 01-09-1955) - In 2022 wordt de AOW-leeftijd 66 jaar & 7 maanden
(geboren na 31-08-1955 en voor 01-06-1956) - In 2023 wordt de AOW-leeftijd 66 jaar & 10 maanden
(geboren na 31-05-1956 en voor 01-03-1957) - In 2024 wordt de AOW-leeftijd 67 jaar
(geboren na 28-02-1957 en voor 01-01-1958) - Vanaf 2025 wordt de AOW-leeftijd bepaald op basis van de levensverwachting
- Vijf jaar voordat men met AOW gaat, wordt de AOW-leeftijd vastgelegd. Dan is pas zeker wanneer de AOW wordt uitgekeerd.
De aanpassing van de AOW-leeftijd heeft uiteraard tot gevolg dat de schadeberekeningen hierop aangepast moeten worden. Voor de personen die na 2025 (geboren na 01-01-1958) is het (nog) onbekend wat de AOW-leeftijd gaat worden, waardoor in de berekening de laatste leeftijd aangehouden dient te worden, die van 67 jaar.
De aanpassing brengt (mogelijk) ook met zich mee dat de pensioenleeftijd wordt aangepast. Een aantal pensioenfondsen hebben in hun reglement opgenomen dat de pensioenleeftijd gelijk is aan de AOW-leeftijd. Ook hier zal het dus effect hebben op de schadeberekening.
Een nog belangrijk onderdeel is de einddatum van de sociale wetgeving. Elke sociale wetgeving eindigt uiterlijk op de AOW-leeftijd. Ook hier dient dus rekening mee gehouden te worden.
Bron: Laumen Expertise
VQ Advocaten kan u o.a. helpen bij:
De mogelijkheden bij het beëindigen van een tijdelijk contract zonder tussentijdsopzegbeding middels een vaststellingsovereenkomst
Werknemer en werkgever zijn overeengekomen dat werknemer bij werkgever in dienst treedt voor een periode van een jaar, waarbij niet tussentijds kan worden opgezegd. Na verloop van tijd krijgen werkgever en werknemer een geschil en wensen de overeenkomst met elkaar te...
Opleiding verplicht, hoe zit het met de kosten?
In artikel 7:611a BW is opgenomen dat een werkgever de werknemer in staat stelt scholing te volgen die noodzakelijk is voor de uitoefening van de functie. Als op grond van lid 2 van datzelfde artikel sprake is van verplichte scholing om het werk uit te voeren, dient...
Vrijwilliger loopt letsel op bij val uit een om te zagen kerstboom
Het kan voorkomen dat er tijdens werkzaamheden bij een stichting een ongeval met een vrijwilliger plaatsvindt. Soms bevinden deze werkzaamheden zich in een informele setting waarin het onduidelijk is wie feitelijk de leiding heeft. Wie is er in het geval van een ongeval aansprakelijk voor de schade? En is de schade wel verhaalbaar op de betreffende stichting?
De berekening van partneralimentatie 2023
Met ingang van 1 januari 2023 wordt partneralimentatie anders berekend. Voorheen werd bij de berekening van partneralimentatie altijd gerekend met de werkelijke woonlasten.
Laat ons u helpen.
Volgt u VQ Advocaten al op social media?
Contact
Gegevens
De Vriesstraat 16
3261 PC Oud-Beijerland
Postbus 1121
3260 AC Oud-Beijerland
Telefoon: 0186-614477 en 0186-727002 (PL)
KvK: 24316650
BTW: 8098.05170.B01