Overtreding coronamaatregelen door werknemer
Binnen bedrijven zijn thans de coronamaatregelen van toepassing. In de zaak met de vindplaats ECLI:NL:RBROT:2020:7517 kwam aan de orde wat de gevolgen zijn van de overtreding van dergelijke maatregelen. In die zaak wenste een werknemer ondanks de coronamaatregelen een hand te geven en toen dat niet lukte heeft de werknemer vervolgens de betreffende persoon met beide armen aan de schouders vastgepakt en omhelst. Voorts heeft de werknemer ook nog zijn linkerarm uitgestrekt en is dichtbij de betreffende persoon gaan staan. De betreffende persoon was de HR adviseur van werkgever. Werknemer is daarna geschorst en vervolgens op staande voet ontslagen. In de brief ter zake van het ontslag op staande voet is aangegeven dat het handelen van werknemer is te beschouwen als bedreiging en poging tot (zware) mishandeling. Werknemer heeft voorts de kantonrechter verzocht het ontslag op staande voet te vernietigen. De werkgever heeft een voorwaardelijk tegenverzoek ingediend en verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van de e-grond, subsidiair de g-grond en meer subsidiair de h-grond en uiterst subsidiair de i-grond. De e-grond betreft het verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer, de g-grond een verstoorde arbeidsverhouding, de h-grond andere omstandigheden en de i-grond de som van 2 of meer gronden.
De kantonrechter oordeelt dat er geen sprake is van een dringende reden welke het ontslag op staande voet rechtvaardigt. Hierbij overweegt de kantonrechter dat niet is komen vast te staan dat werknemer bij zijn actie heeft aangegeven dat hij besmet is met het coronavirus, het handelen van de werknemer geen gevolgen heeft gehad voor de gezondheid van de andere persoon en werknemer een zeer lang dienstverband had van bijna 34 jaar. De arbeidsovereenkomst is dan ook niet beëindigd op grond van het ontslag op staande voet. Met betrekking tot de ontbinding van de arbeidsovereenkomst overweegt de kantonrechter dat het verzoek tot ontbinding op grond van de g-grond (een verstoorde arbeidsverhouding) wordt toegewezen. Hierbij telt mee dat de houding in het gedrag van de werknemer eerder regelmatig ter wensen overliet. Hij had daarvoor al verschillende waarschuwingen gekregen. 2 jaar terug had hij daarvoor een sanctie gekregen en is een overplaatsing opgelegd. Dit was de laatste kans voor de werknemer om zijn gedrag te verbeteren.
In een andere zaak waarbij ontslag op staande voet op grond van het overtreden van de coronamaatregelen aan de orde is gekomen, betreft de zaak met de vindplaats ECLI:NL:RBROT:2020:7567. In die zaak had een assistent manager van BurgerKing ondanks de coronamaatregelen besloten om het restaurant te openen, ondanks de duidelijke mededelingen van een directe collega dat het restaurant gesloten moest blijven. Tevens heeft de betreffende assistent manager verzuimd om contact te zoeken met een leidinggevende. Door het openhouden van het restaurant heeft BurgerKing imagoschade geleden. BurgerKing heeft vervolgens ontslag op staande voet gegeven. Werknemer heeft de kantonrechter verzocht te verklaren voor recht dat het ontslag op staande voet onterecht is gegeven.
De kantonrechter is met BurgerKing van mening dat de werknemer op de hoogte had kunnen zijn dat de restaurants gesloten moesten blijven. Desalniettemin heeft de werknemer op 16 maart 2020 de vestiging van BurgerKing geopend. Ook is werknemer nog door een collega erop gewezen dat het restaurant gesloten moest blijven. Die mededeling van een collega heeft de werknemer naast zich neergelegd. De betreffende werknemer heeft vervolgens het bericht van BurgerKing Nederland d.d. 15 maart 2020 op de Facebookpagina BurgerKing laten zien en daaruit bleek dat de vestiging niet geopend mocht worden. De kantonrechter overweegt dat de werknemer op zijn minst zijn leidinggevende op het hoofdkantoor had moeten benaderen om een bevestiging te ontvangen. Door dit alles na te laten zijn er negatieve berichten op social media over de vestiging van de BurgerKing verschenen. In deze zaak bleef het ontslag op staande voet in stand.
In bovengenoemde zaken is aldus verschillend geoordeeld over het in stand blijven van het ontslag op staande voet waarbij een werknemer een coronamaatregel had overtreden. Weliswaar zijn het verschillende casus, echter het is de verwachting dat ook de tijdsgeest met betrekking tot de coronamaatregelen andere uitspraken met zich mee kan brengen. Immers, in het begin van de coronamaatregelen werden de betreffende maatregelen anders beleefd, nageleefd, gecontroleerd en geplaatst in een maatschappelijke context. Gezien de huidige ontwikkelingen met betrekking tot de coronamaatregelen en de naleving daarvan zouden de uitspraken er nu anders uit kunnen komen te zien.
Vragen over arbeidsrecht? Neem contact op met ons kantoor.
VQ Advocaten kan u o.a. helpen bij:
De mogelijkheden bij het beëindigen van een tijdelijk contract zonder tussentijdsopzegbeding middels een vaststellingsovereenkomst
Werknemer en werkgever zijn overeengekomen dat werknemer bij werkgever in dienst treedt voor een periode van een jaar, waarbij niet tussentijds kan worden opgezegd. Na verloop van tijd krijgen werkgever en werknemer een geschil en wensen de overeenkomst met elkaar te...
Opleiding verplicht, hoe zit het met de kosten?
In artikel 7:611a BW is opgenomen dat een werkgever de werknemer in staat stelt scholing te volgen die noodzakelijk is voor de uitoefening van de functie. Als op grond van lid 2 van datzelfde artikel sprake is van verplichte scholing om het werk uit te voeren, dient...
Vrijwilliger loopt letsel op bij val uit een om te zagen kerstboom
Het kan voorkomen dat er tijdens werkzaamheden bij een stichting een ongeval met een vrijwilliger plaatsvindt. Soms bevinden deze werkzaamheden zich in een informele setting waarin het onduidelijk is wie feitelijk de leiding heeft. Wie is er in het geval van een ongeval aansprakelijk voor de schade? En is de schade wel verhaalbaar op de betreffende stichting?
De berekening van partneralimentatie 2023
Met ingang van 1 januari 2023 wordt partneralimentatie anders berekend. Voorheen werd bij de berekening van partneralimentatie altijd gerekend met de werkelijke woonlasten.
Laat ons u helpen.
Volgt u VQ Advocaten al op social media?
Contact
Gegevens
De Vriesstraat 16
3261 PC Oud-Beijerland
Postbus 1121
3260 AC Oud-Beijerland
Telefoon: 0186-614477 en 0186-727002 (PL)
KvK: 24316650
BTW: 8098.05170.B01