Co-ouderschap en kinderalimentatie

Gepubliceerd op: 1 juni 2021

Wanneer er sprake is van co-ouderschap hoeft er geen kinderalimentatie betaald te worden’. Dit is een veelgehoorde misvatting. Er wordt vanuit gegaan dat wanneer je de zorg voor de kinderen deelt, ook de kosten van de kinderen deelt. Dit is niet helemaal juist. Veelal beschikken de ouders niet over een gelijk inkomen. De helft van de kosten drukt bij de ene ouder dan ook meer op het inkomen dan bij de andere ouder.

Uitgangspunt bij kinderalimentatie is ervoor te zorgen dat de levensstandaard van een kind er door de scheiding van zijn/haar ouders niet op achteruitgaat. Voor het kind moet de situatie bij beide ouders ongeveer gelijk zijn. Indien het inkomen van de ouders verschilt, houdt de ene ouder na voldoening van de kindkosten minder over dan de andere ouder. Zo zal de ouder met het lagere inkomen zuiniger moeten gaan leven. Kinderalimentatie is nu juist bedoeld om dit verschil te minimaliseren.

Normaliter ontvangt de (verzorgende) ouder bij wie het kind zijn/haar hoofdverblijfplaats heeft (ingeschreven staat) de kinderalimentatie van de andere (niet-verzorgende) ouder. De ouder die de alimentatie voor het kind ontvangt, wordt geacht om naast de verblijfskosten ook alle verblijfsoverstijgende kosten te voldoen. Denk aan kleding, schoeisel, school, hobby’s etc. Omdat het kind in het kader van de zorgverdeling ook bij de andere (niet-verzorgende) ouder verblijft, draagt deze ook de kosten van het kind wanneer deze in zijn/haar huishouding is. Om die reden wordt een zogenoemde zorgkorting toegepast. Immers voor de dagen dat de ouder voor het kind zorgt, hoeft geen kinderbijdrage aan de andere ouder te worden betaald.

Mocht nu juist de ouder bij wie het kind niet zijn/haar hoofdverblijfplaats heeft een lager inkomen hebben, dan kan het zijn dat de rechters afwijken van de hoofdregel en bepalen dat de verzorgende ouder kinderalimentatie aan de niet-verzorgende ouder moet voldoen.

Wanneer ten tijde van het uiteengaan (ten onrechte) is afgesproken dat geen kinderalimentatie wordt betaald, vanwege de co-ouderschapregeling, kan alsnog om een bijdrage in de kosten van de kinderen worden verzocht. De contractsvrijheid van ouders wordt beperkt door de dwingendrechtelijke regel dat de kinderalimentatie ten minste dient te voldoen aan de wettelijke maatstaven. Zelfs wanneer er sprake was van een bewuste afwijking van de wettelijke maatstaven. Zo bepaalde de Hoge Raad op 3 maart 2020 dat het bij afwijking van de wettelijke maatstaven voor kinderalimentatie ten nadele van minderjarige kinderen niet van belang is of de ouders daarvan bewust zijn afgeweken óf dat die afwijking het gevolg is van onjuist inzicht in de betekenis van de maatstaven óf daardoor zij uitgingen van onjuiste of onvolledige gegevens.

Wenst u meer informatie over co-ouderschap en kinderalimentatie? Of wenst u een (her)berekening? Neem contact op met één van onze gespecialiseerde advocaten via 0186-614477 of info@vq-advocaten.nl.

VQ Advocaten kan u o.a. helpen bij:

Opleiding verplicht, hoe zit het met de kosten?

In artikel 7:611a BW is opgenomen dat een werkgever de werknemer in staat stelt scholing te volgen die noodzakelijk is voor de uitoefening van de functie. Als op grond van lid 2 van datzelfde artikel sprake is van verplichte scholing om het werk uit te voeren, dient...

Vrijwilliger loopt letsel op bij val uit een om te zagen kerstboom

Het kan voorkomen dat er tijdens werkzaamheden bij een stichting een ongeval met een vrijwilliger plaatsvindt. Soms bevinden deze werkzaamheden zich in een informele setting waarin het onduidelijk is wie feitelijk de leiding heeft. Wie is er in het geval van een ongeval aansprakelijk voor de schade? En is de schade wel verhaalbaar op de betreffende stichting?

De berekening van partneralimentatie 2023

Met ingang van 1 januari 2023 wordt partneralimentatie anders berekend. Voorheen werd bij de berekening van partneralimentatie altijd gerekend met de werkelijke woonlasten.

Opzegging huurovereenkomst bedrijfsruimte

Opzegging van een huurovereenkomst (artikel 7:290 BW-bedrijfsruimte) is aan een aantal formaliteiten verbonden. Zo is de opzegtermijn tenminste één jaar en dient de opzegging per exploot of aangetekende brief te worden gedaan. Voor de verhuurder geldt tevens dat de gronden van de opzegging moeten worden vermeld.

Laat ons u helpen.

Volgt u VQ Advocaten al op social media? 

Contact

Gegevens

De Vriesstraat 16
3261 PC Oud-Beijerland
Postbus 1121
3260 AC Oud-Beijerland

Telefoon: 0186-614477 en 0186-727002 (PL)

KvK: 24316650
BTW: 8098.05170.B01

Algemene Voorwaarden
Privacyverklaring
Klachtenregeling