Letselschade: wat houdt dat eigenlijk in?

Gepubliceerd op: 29 juni 2021

Voorbeelden gevallen letselschade

U bent als werknemer werkzaam bij een bedrijf en uw hand komt vast te zitten in een machine, of u wandelt in het park en plotseling wordt u door de hond van de buurman gebeten, of u wordt voor het stoplicht van achteren aangereden door een andere automobilist, maar ook in het geval waarin u in het ziekenhuis een operatie ondergaat en er wordt door de chirurg een foute medische ingreep gedaan of u werd mishandeld: dit zijn allemaal gevallen waarin er sprake kan zijn van letselschade.

Uitleg term letselschade

Maar wat is dat eigenlijk, letselschade? Als er bijvoorbeeld sprake is van een van de bovengenoemde gevallen, loopt u letsel op. Als gevolg van het letsel raakt u bijvoorbeeld als ZZP’er arbeidsongeschikt en kunt u geen inkomen genereren. Dit wordt gezien als inkomensschade en dit valt onder de term ‘materiële schade’. Volgens de wet heeft u bij schade ten gevolge van een ongeval ook recht op vergoeding van smart, verdriet en ongemakken die het ongeval met zich mee brengt, dit wordt in de volksmond vaak ‘smartengeld’ genoemd. Dit valt onder immateriële schadevergoeding.

Voorbeelden van vergoedingen

U staat er waarschijnlijk niet bij stil welke schadeposten aan bod komen als u letselschade heeft opgelopen. Gelukkig kunnen wij u hierbij helpen en u erop wijzen op welke schadeposten u recht heeft. Als u ten gevolge van het ongeval niet meer kunt lopen omdat u een gebroken been heeft of u heeft een hernia opgelopen, wie doet dan het huishouden? En mag u daarvoor een derde inschakelen (tegen betaling) of mag u slechts afhankelijk zijn van uw familieleden of buren? Volgens vastgestelde richtlijnen van de Letselschade Raad heeft u onder andere recht op een vergoeding van huishoudelijke hulp. Maar denkt u hierbij ook aan vergoeding van verlies van arbeidsvermogen of vergoeding van door de zorgverzekeraar niet vergoede medische kosten (eigen risico/eigen bijdrage) of vergoeding van uw geplande vakantie die niet meer geannuleerd kan worden. Ook voor de aanschaf van een pyjama of huur van een tv in het ziekenhuis staat een vergoeding voor.

Wie heeft recht op vergoeding?

In de meeste gevallen heeft alleen de persoon die het slachtoffer is van het ongeval recht op vergoeding van letselschade. Toch zijn er situaties te bedenken waarin een ander, niet zijnde het directe slachtoffer, recht heeft op vergoeding. Denk hierbij aan de situatie waarin uw partner (als enige kostwinner) slachtoffer is geworden van een verkeersongeval en hij/zij komt vervolgens te overlijden, wat dan? Als de schuld van de veroorzaker wordt bewezen, dan heeft u als nabestaande recht op vergoeding van schade door het derven van levensonderhoud. Het gaat hierbij dan om materiële schadevergoeding. Echter zijn er ook diverse andere situaties te bedenken waarin een ander, niet zijnde het slachtoffer, recht heeft op vergoeding van schade, dit wordt ‘shockschade’ genoemd. Er is sprake van shockschade indien bij een ander, niet zijnde het slachtoffer, het (zien van het) ongeval een hevige shock teweeg heeft gebracht en er vervolgens in de psychiatrie een erkend ziektebeeld is vastgesteld. Die ander heeft dus als het ware zelf geen fysiek letsel opgelopen en is ook niet het slachtoffer van het ongeval, maar hij kan wel ‘psychisch letsel’ hebben opgelopen.

Wet affectieschade

Tot en met eind 2018 hadden naasten of nabestaanden van het slachtoffer geen recht op vergoeding van smartengeld. Nadat de regering jarenlang debatten gevoerd heeft, is de wet er nu eindelijk doorgekomen! In januari 2019 is deze nieuwe wet in werking getreden, genaamd Wet affectieschade. Affectieschade houdt in, dat een naaste of nabestaande die in een nauwe affectieve relatie staat met het slachtoffer, recht heeft op vergoeding van smartengeld. Dit geldt voor de gevallen waarin het slachtoffer ernstig en blijvend letsel heeft opgelopen of is overleden ten gevolge van een geweldsdelict, (bedrijfs)ongeval of bijvoorbeeld door een medische fout. De voorwaarde is dus wel, dat de naaste of nabestaande een band heeft met het slachtoffer, denk hierbij aan de partner, de kinderen, de ouders of zij die kunnen aantonen een nauwe affectieve relatie te hebben met het slachtoffer. Het ongeval moet wel zijn veroorzaakt door een ander dan de naast of nabestaande die aansprakelijk gehouden kan worden voor (de gevolgen van) het ongeval. De schade bestaat dus eigenlijk uit het verdriet of het leed dat die naaste of nabestaande heeft. Het recht op de hoogte van de vergoedingen is door de minister vastgelegd in een besluit; de bedragen variëren van € 12.500 tot
€ 20.000.

Mocht u nu letselschade hebben opgelopen en u heeft hulp nodig bij het verhalen van uw schade of u bent in een discussie terechtgekomen met een verzekeraar of andere tegenpartij, wij staan als kantoor graag voor u klaar om uw belangen te behartigen. Wij vinden het belangrijk dat u zich richt op het herstel, zodat wij ervoor kunnen zorgdragen dat u de schadevergoeding krijgt waar u (wettelijk) recht op heeft.

VQ Advocaten kan u o.a. helpen bij:

Opleiding verplicht, hoe zit het met de kosten?

In artikel 7:611a BW is opgenomen dat een werkgever de werknemer in staat stelt scholing te volgen die noodzakelijk is voor de uitoefening van de functie. Als op grond van lid 2 van datzelfde artikel sprake is van verplichte scholing om het werk uit te voeren, dient...

Vrijwilliger loopt letsel op bij val uit een om te zagen kerstboom

Het kan voorkomen dat er tijdens werkzaamheden bij een stichting een ongeval met een vrijwilliger plaatsvindt. Soms bevinden deze werkzaamheden zich in een informele setting waarin het onduidelijk is wie feitelijk de leiding heeft. Wie is er in het geval van een ongeval aansprakelijk voor de schade? En is de schade wel verhaalbaar op de betreffende stichting?

De berekening van partneralimentatie 2023

Met ingang van 1 januari 2023 wordt partneralimentatie anders berekend. Voorheen werd bij de berekening van partneralimentatie altijd gerekend met de werkelijke woonlasten.

Opzegging huurovereenkomst bedrijfsruimte

Opzegging van een huurovereenkomst (artikel 7:290 BW-bedrijfsruimte) is aan een aantal formaliteiten verbonden. Zo is de opzegtermijn tenminste één jaar en dient de opzegging per exploot of aangetekende brief te worden gedaan. Voor de verhuurder geldt tevens dat de gronden van de opzegging moeten worden vermeld.

Laat ons u helpen.

Volgt u VQ Advocaten al op social media? 

Contact

Gegevens

De Vriesstraat 16
3261 PC Oud-Beijerland
Postbus 1121
3260 AC Oud-Beijerland

Telefoon: 0186-614477 en 0186-727002 (PL)

KvK: 24316650
BTW: 8098.05170.B01

Algemene Voorwaarden
Privacyverklaring
Klachtenregeling